Outdoorsteppen, deze steps zijn ontwikkeld voor avontuurlijke tochten met onder andere meer grip, een betere ligging en de beste schijfremmen.
Dus zet je beste beentje voort en stap op de FREEK voor een relaxte rit door Zutphen of Doesburg.
Sturen en remmen:
Houd je stuur altijd vast tijdens het steppen. Houd tijdens het afdalen je handen aan de remmen in het midden van het stuur. Tijdens het klimmen kun je het stuur in een willekeurige positie vasthouden zoals jij dat fijn vindt. Gebruik altijd eerst de achterrem (rechts) en pak dan de voorrem (links) erbij.
De wissel:
Wissel van been om de 3 tot 12 passen. Oefen dit vanaf de start, want als dat goed gaat, dan wordt het een automatisme en step je veel soepeler. Om te beginnen met wisselen, draai je de hak van de voet op de plank naar buiten; van de plank af. Zo creëer je ruimte voor het voorste deel van de andere voet. Die zet je er naast en dan haal je het standbeen van de plank en zet je af met de voet die eerst op de plank stond. Tijdens de afzet heb je zo de ruimte om je andere voet helemaal op de plank te schuiven. Heb je de wissel onder de knie, dan kun je zelfs eens proberen met een hupje over te springen.
De afzet:
Zet niet te krampachtig af (doe dat met de bal van je voet) en step ontspannen. Zoek een ritme en laat je been naar achter (niet te ver) zwaaien.
Klimmen heuvel op:
Bij het klimmen gebruik je een korte zwaai, een hoog beenritme en zeker niet te ver naar achteren afzetten. Goed klimmen doe je met een rechte houding, niet te diep voorover, korte pasjes in een hoog tempo.
Dalen:
Zorg dat je stevig op de plank staat met je voeten naast elkaar, knieën iets gebogen of ongelijk naast elkaar met je handen aan de remmen. Rem altijd eerst met de achterrem (rechts) en laat de voorrem (links) bijkomen.

10 geboden bij FREEK Footbiken:
1. Houd je handen altijd aan het stuur als je stept en aan de remmen tijdens het dalen.
2. Stop even als je wat wilt drinken of eten. (klem de step tussen je benen en voeten)
3. Draag stevige schoenen (zeker geen slippers) en een helm.
4. Verberg het uiteinde van je veters in je schoenen of maak ze vast onder je veters.
5. Iedere deelnemer houdt zich aan de geldende verkeersregels.
6. Rijd rustig (stapvoets) langs paarden, voetgangers, fietsers en andere mensen op straat.
7. Houd ruim afstand ten opzichte van je voorganger, blijf in het zicht en haal niet in.
8. Geen enkele deelnemer gebruikt alcoholische dranken en/of drugs (zero tolerance).
9. Gemaakte schade is voor eigen rekening.
10. De instructeur / begeleider rijdt altijd voorop, heeft de leiding en het laatste woord.